Een nieuwe pensioenadministratie: wie het eerst komt, wie het eerst maalt?
Vóór 1 januari 2028 moeten alle pensioenorganisaties de overstap hebben gemaakt naar het nieuwe pensioenstelsel. Met dit besluit van de Eerste Kamer heeft de pensioenbranche een jaar extra gekregen om te voldoen aan de vereisten van de Wet Toekomst Pensioenen. Deze ‘extra tijd’ is echter geen excuus om achterover te leunen. De tijdslijnen zijn namelijk nog steeds uitdagend en er moet nog veel gebeuren voordat we naar de nieuwe situatie kunnen overgaan. Met name het implementatieproces van nieuwe pensioensystemen blijft een uitdaging. Want welke pensioenorganisatie krijgt straks voorrang bij de softwareleverancier van het nieuwe systeem? Â
Een gloednieuw systeem
De meeste pensioenorganisaties hebben ervoor gekozen om de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel te combineren met de implementatie van een nieuw systeem. Hierover vertelde ik al iets meer in mijn vorige blog. De veelgehoorde redenering is: als je toch het systeem grondig moet verbouwen, is dit het moment om de lang uitgestelde vervanging van de administratie direct op te pakken. Leveranciers van pensioensoftware hebben het daarom drukker dan ooit. Ze ondersteunen pensioenorganisaties bij het vertalen van de complexe wetgeving naar vereisten die nodig zijn voor de ontwikkeling van het nieuwe systeem.
Universele aanpak ontbreekt
Tijdens de implementatiefase spelen de softwareleveranciers dus een cruciale rol. Als technische experts moeten zij zorgen voor een soepele overgang naar het nieuwe pensioenstelsel in de applicaties. Hierbij is de kans groot dat ze veel verzoeken voor maatwerk krijgen. De nieuwe pensioenwet is weliswaar ingegaan op 1 juli, maar de uitwerking van de pensioenproducten is nog niet volledig in beton gegoten. Er moeten nieuwe IT-processen worden geïmplementeerd die nog nooit eerder zijn gebouwd. Daarvoor is geen universele aanpak of handleiding beschikbaar. De verantwoordelijkheid ligt bij de pensioenorganisaties zelf.
Maatwerk lijkt onvermijdelijk
Als gevolg zie je dat pensioenorganisaties naarstig op zoek zijn naar het ei van Columbus als het gaat om de vertaling van de wet naar IT-specificaties. Ieder heeft zijn eigen idee over de manier waarop de regelingen moeten worden geïmplementeerd in het nieuwe systeem. Neem bijvoorbeeld de uitrol van de nieuwe Solidaire Premieregeling (SPR). De variabele uitkering van deze regelingen wordt beïnvloed door diverse factoren, zoals de verschillende rendementen en biometrische resultaten. Er komt veel denk- en rekenwerk bij kijken om al deze factoren van collectief naar individueel te transformeren. Maatwerk lijkt dus onvermijdelijk, wat voor grote druk zorgt op de tijdslijnen.
Achteraan aansluiten
Met deze tijdsdruk in het achterhoofd, hoopt elke pensioenorganisatie dat de softwareleverancier direct aan de slag gaat op het moment dat zij de specificaties voor de gewenste IT-architectuur opleveren. Een ambitieus verlangen. De kans dat een andere organisatie eerder aanklopte bij de leverancier en dus voorrang krijgt is aanzienlijk. Het enige wat je dan als organisatie kunt doen is op je beurt wachten, met uitloop van de planning tot gevolg. De vragen die zich ongetwijfeld opdringen: is deze individuele aanpak wel ‘the best way forward’ of is het efficiënter als de softwareleverancier dezelfde aanpak gebruikt als bij mijn ‘concurrent’?
Een gezamenlijk belang
De sleutel tot succes ligt juist in de samenwerking tussen pensioenorganisaties én IT-leveranciers. Elke pensioenuitvoerder of –fonds heeft ten slotte hetzelfde doel en dat is de best mogelijke vertaling van de Wet op IT-gebied. Om een generieke functionaliteit te realiseren voor de SPR- en FPR-regelingen zouden de softwareleveranciers een open gesprek moeten voeren met alle betrokken stakeholders. Ook kunnen pensioenfondsen en -uitvoerders de eerste stap zetten. Als zij in staat zijn om de samenwerking aan te gaan, is het voor de softwareleveranciers eenvoudiger om voor iedereen een toekomstbestendig en robuust systeem te ontwikkelen binnen de tijdslijnen.
Voor een betere pensioentoekomst
Ik ben ervan overtuigd dat we op bepaalde fundamentele onderdelen samen een goede basis kunnen leggen. Hierdoor is er minder maatwerk nodig en kunnen we tijdig voldoen aan de vereisten van de Wet toekomst pensioenen. Het uiteindelijke doel is dat we een sterk pensioenstelsel neerzetten met systemen en strategieën die als een huis staan. En dat kan alleen als we gezamenlijk de schouders eronder zetten.